16 - 25 november 2023
‘s-Hertogenbosch
16 - 25 november 2023
‘s-Hertogenbosch

Eerlijk zullen we alles delen? staat als vraag centraal tijdens Shift Talks. Met lezingen, discussies, kunst, een Living Library en workshops onderzoeken we die vraag. Zo ook tijdens het gesprek met Sander Schimmelpenninck en Joris Luyendijk afgelopen vrijdag 17 november in De Verkadefabriek. De eerste vraag die aan beide heren werd gesteld door dagvoorzitter Yasmin Ait Abderrahman ging over de definitie eerlijk. Wat ís eigenlijk eerlijk?

Door: Lesha Bosman

Politieke knoppen naar het midden

Volgens Sander Schimmelpenninck is het niet realistisch om een maatschappij te creëren zonder ongelijkheid. “Maar deze ongelijkheid moet wel binnen bepaalde kaders blijven”, is hij van mening. Sander Schimmelpennick is journalist, voormalig hoofdredacteur van Quote, presentator en programmamaker voor de VPRO. “Wij staan nu als samenleving voor de uitdaging om de ongelijkheid te verminderen. Vaak is er een crisis of ramp nodig om inzicht te krijgen in dat het huidige systeem niet goed functioneert. Denk aan een oorlog. Misschien is de klimaatcrisis voldoende crisis om tot nieuwe inzichten te komen. Er moet in ieder geval iets gebeuren aan de groeiende ongelijkheid en de toenemende spanning in de samenleving. Doen we dat niet, dan breekt uiteindelijk de pleuris uit. Veel te lang hebben we de politieke knoppen naar rechts gedraaid. Het wordt echt tijd dat we deze knoppen meer naar het midden gaan draaien.”

[Tekst gaat verder onder de foto]

“3% van de Nederlanders, mannen zoals ik, spelen nu de baas…” – Joris Luyendijk

Joris Luyendijk, schrijver van maatschappelijke boeken zoals ‘De zeven vinkjes’, ‘Het zijn net mensen’ en ‘Je hebt het niet van mij, maar…’, onderstreept de verrechtsing. “Maar er is wel een verschil in visie. Als je het financieel eerlijker maakt, blijft er nog steeds een verschil in klasse. De minachting die de hogere klasse, oftewel de hoger opgeleiden, uitstraalt op de lagere klasse, de laagopgeleiden, moet weg. In plaats daarvan moet er een respect voor elkaar en een solidariteitsgevoel ontstaan. Nu spelen 3% van de mannen zoals ik, met zeven vinkje, de baas. Wij zijn man, hetero, wit, hebben minstens één ouder die in Nederland is geboren, minstens één ouder die hoogopgeleid of welgesteld is en we hebben zelf gymnasium/ VWO en een universitaire studie gevolgd. Mijn groep heeft heel veel kans op succes om de ongelijkheid te verminderen. Maar we zullen er niet voor strijden. Wij hebben namelijk geen ervaring met ongelijkheid. Mannen zoals ik moeten zich eerst bewust worden van hun eigen positie en die van anderen. Kijk bijvoorbeeld naar de toeslagenaffaire. Niemand binnen ons ‘reservaat’ kent een slachtoffer. We komen ze ook niet tegen. We moeten de bubbel waar we in zitten doorbreken.”

Onder-advisering in het onderwijs

Schimmelpenninck is niet wars van het huidige systeem. Hij gelooft wel degelijk in een meritocratie waarbinnen de sociaal-economische positie van elk individu is gebaseerd op de verdiensten van een persoon. De eigen inzet bepaalt welke positie (sociale status) men kan innemen in de samenleving. Maar Joris vraagt zich op zijn beurt af wie dan de merites bepaalt? “In coronatijd bijvoorbeeld zagen we welke beroepen er echt toe deden en welke niet. Dat waren niet per definitie de beroepen die we vooraf zouden hebben aangewezen als fundamentele beroepen. En loodgieters krijgen tegenwoordig een hoger loon dan communicatiewetenschappers terwijl scholen nog steeds minachting hebben als studenten ‘naar beneden gaan’ in niveau. Daarnaast is er nog het begrip onder-advisering. Binnen het onderwijs zou er volgens Joris een grote bewustwording moeten komen van dit onderwerp. Heb je een andere culturele achtergrond, ben je vrouw of kom je uit een lager milieu dan is de kans groot dat het advies voor een vervolgopleiding lager uitvalt. De rol van onderwijzend personeel om hier verandering in te brengen is heel groot.”   

Maatschappelijke Diensttijd verbindt

De oplossing om een brug te slaan tussen de verschillende klasse ligt volgens Sander en Joris in een maatschappelijke diensttijd en het hervormen van het onderwijs. “Als je 11 bent krijg je een sticker slim, gemiddeld of dom”, aldus Sander. “Vanaf dat moment zit je in een andere klas(se), in een ander schoolgebouw en fiets je op een andere fiets. Je komt elkaar niet meer tegen. Het zou heel goed zijn om elkaar weer te treffen tijdens een maatschappelijke diensttijd.” Daarnaast zou volgens Sander winst uit vermogen en erfenissen net zo zwaar belast moeten worden als inkomen uit werk. En waar beide mannen het zeker over eens zijn is dat het solidariteitsgevoel moet terugkomen. “Je wilt niet alleen het beste voor je eigen kind, maar voor alle kinderen”.  

Foto’s: Ben Nienhuis